maandag 24 oktober 2011

Eén fatale seconde

In de motorsport kan een enkele seconde, of zelfs een fractie daarvan, beslissend zijn. Winst en verlies liggen erg dicht bij elkaar. Dat werd afgelopen zondag tijdens de MotoGP-race in Maleisië helaas op zeer tragische wijze onderstreept.

Marco Simoncelli dreigt in de tweede ronde uit de bocht te schieten. Uit alle macht probeert hij zijn Honda weer overeind te sleuren. Daarbij raakt hij helemaal van zijn lijn af en de achteropkomende Colin Edwards en Valentino Rossi kunnen de met zijn machine vechtende Simoncelli niet ontwijken en raken hem vol. Super Sic is kansloos. Hij wordt hard geraakt op hoofd, nek en borst. Door de enorme krachten schiet zijn helm zelfs af. Roerloos blijft de Italiaan liggen. Intensieve en langdurige reanimatie mag niet meer baten. Marco Simoncelli is niet meer.

Nu ik dit schrijf lopen de rillingen me weer over de rug. Eén fataal moment maakt een einde aan het leven van een flamboyante en zeer getalenteerde 24-jarige motorcoureur. Bovendien een fantastisch mens, geliefd bij vele fans. Misschien is juist daarom de schok zo groot. Niet alleen in de (motor)sportwereld, maar ook bij mijzelf.

Sinds het nieuws mij bereikte knaagt er iets in mij. Eén fataal ogenblik. Een paar keer knipperen met je ogen. En dan? Nooit meer Simoncelli. Nooit meer nummer 58. Nooit meer die grote haarbos met de vrolijke glimlach eronder op de startgrid voor een race. Een dodelijke seconde en dan niets. Een groot zwart gat in de motorsport is het enige dat overblijft.

Marco Simoncelli, ik zal je missen. Missen, maar nooit vergeten.

Ciao Marco.